Analyse en inzichten in de mate waarin isolatiematerialen en aanliggende materialen losmaakbaar zijn in hun specifieke aansluitingen (bouwknopen).
Hierbij is een opsplitsing gemaakt tussen ‘klassiek’ in de zin van ‘klassiek gekend, vaak voortkomende uitvoering’ en ‘demonteerbaar’ in de zin van ‘bijzondere aandacht op demonteerbaarheid van de bouwknoop’.
Losmaakbaarheid als facilitator om hergebruik en circulair bouwen te maximaliseren en zo de milieu-impact van de isolatiematerialen en aanliggende materialen naar de toekomst toe te minimaliseren. Daarnaast zijn factoren zoals recycled content, recycleerbaarheid, standaardisatie, restwaarde,… die de circulariteit van een bouwknoop bepalen.
Voor het bepalen van de graad van demonteerbaarheid is gebruik gemaakt van de Losmaakbaarheidsindex 2.0.
Materiaal | Dikte [m] | |
1 | EPDM | 0,0012 |
2 | Isolatiemateriaal: EPS | 0,06 |
3 | Dampscherm (klasse E3) | - |
4 | multiplex | 0,02 |
5 | Cellulose | 0,16 |
6 | Houten structuur | 0,16 |
7 | Metalstud | 0,25 |
8 | Binnenafwerking (gipsplaat) | 0,01 |
U-waarde [W/m²K] | 0,174 |
Materiaal | Dikte [m] | |
11 | Gipsplaat | 0,01 |
12 | Stijlen | 0,05 |
13 | Technische spouw: rotswol | 0,05 |
14 | OSB plaat | 0,02 |
15 | Kalkhennep | 0,24 |
16 | Houten structuur | 0,24 |
17 | Waterkerende dampopen houtvezelplaat | 0,02 |
18 | Regelwerk | 0,24 |
19 | Gevelbekleding vezelcement | 0,01 |
U-waarde [W/m²K] | 0,181 |
20 | click - dakrandprofiel | |
21 | epdm dakrand | |
22 | afdekplaat dakrand | |
23 | rotswol dakrand | |
24 | multiplex dakrand | |
25 | klossen | |
26 | randbalk | |
27 | muurplaat | |
28 | bovenregel | |
29 | technieken wand | |
30 | technieken plafond | |
31 | Ballast tegels |
|Element |Score
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - los onder ballast geplaatst | |||||
toegankelijkheid verbinding - volledig herstelbare schade | |||||
Demontagevolgorde: 31 → 21 → 1 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - verlijmde randen |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - los geplaatst | |||||
toegankelijkheid verbinding - geen handeling of schade | |||||
Demontagevolgorde: 31 → 21 → 1 → 2 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - los geplaatst | |||||
toegankelijkheid verbinding - geen handeling of schade | |||||
Demontagevolgorde: 31 → 21 → 1 → 2 → 3 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - volledig herstelbare schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 11 → 12 → 29 → 30 → 6 → 8 → 7 → 31 → 21 → 1 → 20 → 2 → 3 → 19 → 18 → 17 → 15 → 22 → 23 → 24 → 25 → 4 |
|||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - Extra handelingen zonder schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 11 → 12 → 29 → 30 → 6 → 8 → 7 → 31 → 21 → 1 → 20 → 2 → 3 → 19 → 18 → 17 → 15 → 22 → 23 → 24 → 25 → 4 → 5 |
|||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - ingeblazen | |||||
toegankelijkheid verbinding - geen handeling of schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 30 → 6 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - geniet | |||||
toegankelijkheid verbinding - Onherstelbare schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 11 → 12 → 29 → 30 → 6 → 8 → 7 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - volledig herstelbare schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 11 → 12 → 29 → 30 → 6 → 8 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - mechanische ophanging | |||||
toegankelijkheid verbinding - extra handelingen zonder schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - deels herstelbare schade | |||||
Demontagevolgorde: → 10 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - doorvoer technieken | |||||
randopsluiting element - bepleisterde randen |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - deels herstelbare schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 11 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - bepleisterde randen |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - gespannen tussen kepers | |||||
toegankelijkheid verbinding - geen handeling of schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 11 → 12 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - volledige integratie technieken | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - extra handelingen zonder schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 11 → 12 → 13 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - volledig herstelbare schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 11 → 12 → 29 → 13 → 14 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - tand en groef |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - droog gestort | |||||
toegankelijkheid verbinding - geen handeling of schade | |||||
Demontagevolgorde: 21 → 20 → 19 → 18 → 17 → 15 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - extra handelingen zonder schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 11 → 12 → 29 → 30 → 6 → 8 → 7 → 31 → 21 → 1 → 20 → 2 → 3 → 19 → 18 → 17 → 15 → 22 → 23 → 24 → 25 → 4 → 5 → 26 → 27 → 28 → 16 |
|||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - Extra handelingen zonder schade | |||||
Demontagevolgorde: 21 → 20 → 19 → 18 → 17 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - tand en groef |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - Extra handelingen zonder schade | |||||
Demontagevolgorde: 21 → 20 → 19 → 18 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - extra handelingen zonder schade | |||||
Demontagevolgorde: 21 → 20 → 19 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - extra handelingen zonder schade | |||||
Demontagevolgorde: 21 → 20 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - verlijmde epdm |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - lijm | |||||
toegankelijkheid verbinding - Onherstelbare schade | |||||
Demontagevolgorde: → 21 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - verlijmde randen |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - Onherstelbare schade | |||||
Demontagevolgorde: 21 → 20 → 22 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - los geplaatst | |||||
toegankelijkheid verbinding - geen handeling of schade | |||||
Demontagevolgorde: 21 → 20 → 22 → 23 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - Onherstelbare schade | |||||
Demontagevolgorde: 21 → 20 → 19 → 18 → 17 → 31 → 1 → 22 → 23 → 24 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - extra handelingen zonder schade | |||||
Demontagevolgorde: 21 → 20 → 19 → 18 → 17 → 31 → 1 → 22 → 23 → 24 → 25 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - Extra handelingen zonder schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 11 → 12 → 29 → 30 → 6 → 8 → 7 → 31 → 21 → 1 → 20 → 2 → 3 → 19 → 18 → 17 → 15 → 22 → 23 → 24 → 25 → 4 → 26 |
|||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - Extra handelingen zonder schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 11 → 12 → 29 → 30 → 6 → 8 → 7 → 31 → 21 → 1 → 20 → 2 → 3 → 19 → 18 → 17 → 15 → 22 → 23 → 24 → 25 → 4 → 26 → 5 → 27 |
|||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - schroeven | |||||
toegankelijkheid verbinding - volledig herstelbare schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 11 → 12 → 29 → 30 → 6 → 8 → 7 → 31 → 21 → 1 → 20 → 2 → 3 → 19 → 18 → 17 → 15 → 22 → 23 → 24 → 25 → 4 → 5 → 26 → 27 → 28 |
|||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - beugels | |||||
toegankelijkheid verbinding - extra handelingen zonder schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 11 → 12 → 13 → 29 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - volledige integratie rotswol | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - beugels | |||||
toegankelijkheid verbinding - extra handelingen zonder schade | |||||
Demontagevolgorde: 10 → 9 → 30 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
Losmaakbaarheid materiaal bij einde leven | |||||
type verbinding - los geplaatst | |||||
toegankelijkheid verbinding - Geen handeling of schade | |||||
Demontagevolgorde: → 31 | |||||
Losmaakbaarheid materiaal bij vervanging of herstelling | |||||
doorkruising element - geen | |||||
randopsluiting element - open |
De levensduur heeft een indicatie omtrent de levensduur per type materiaallaag. Op de afbeelding wordt de levensduur per materiaal aangeduid in een kleur volgens deze legende:
Site |
Structure |
Skin |
Services |
Space plan |
oneindig |
> 60 jaar |
30 – 60 jaar |
7 - 25 jaar |
5 – 20 jaar |
Constructieve producten (producten onder de laag ‘Structure’) blijven meestal de gehele levensduur van een gebouw behouden, terwijl de afwerking meerdere malen wordt vervangen. Producten met kortere levensduur dan die van het gebouw waarin ze toegepast worden, zijn extra interessant om losmaakbaar uit te voeren.
Het is dan ook zinvol dat verbindingen tussen lagen met een verschillende levensduur maximaal toegankelijk zijn en dat de type verbindingen eenvoudig en snel te demonteren zijn. Voornamelijk in functie van renovatie- en/of herstelwerken moet worden vermeden dat lagen met een verschillende levensduur met elkaar worden vermengd (doorkruisingen, zoals technische leidingen in een gespoten isolatie) en dat de zijden van de materiaallaag (randen zoals een tand- en groefverbinding) maximaal ongebonden zijn met aanliggende materiaallagen.
In een optimale situatie is de volgorde van de materiaallagen conform hun verwachte levensduur. Dit laat toe renovatie of herstel uit te voeren zonder lagen met een hogere levensverwachting te moeten beschadigen.
De "uitroeptekens !" op de afbeelding duiden materialen aan die niet in de ideale volgorde zijn geplaatst volgens hun levensduurverwachting. Bij vervanging of herstel hiervan zullen materialen met een hogere levensverwachting onnodig worden beschadigd.
Uitvoeringsaspecten:
- Eenvoudig combineerbaar met houtskeletbouw
₋ Instellen inblaasmachine in functie van toepassing: verhouding tussen lucht en cellulose vlokken
₋ Isolatie ingeblazen in afgesloten ruimte (dampscherm of plaat), volledig dicht (gaatjes, naden toeplakken)
₋ Grote druk bij inblazen: gewapend dampscherm gebruiken, dampscherm ondersteunen met houten latten of plaat gebruiken, enkel nietjes bieden onvoldoende sterkte
₋ Opletten dat onderdak niet naar boven wordt geduwd bij het inblazen, zie § 5.5.2.1.3 van TV 251: https://www.wtcb.be/publicaties/technische-voorlichtingen/251/
₋ Opdelen in compartimenten zorgt voor gemakkelijke inblazing
₋ Dichtheid inblaasisolatie controleren: (1) berekende hoeveelheid en gebruikte hoeveelheid vergelijken (2) steekproef nemen om densiteit op specifieke plaatsen te controleren
₋ Gecertificeerde plaatser doet dit in belgië
₋ Minimaal +/- 9 cm dikte om in te blazen, in praktijk vaak 14/18/30 cm gebruikt
₋ Binnenkant dampdicht afwerken (vermijden dat vochtige lucht in isolatiepakket condenseert)
₋ Bij platte daken is de buitenzijde steeds dampdicht afgewerkt, zie voor randvoorwaarden: https://www.wtcb.be/publicaties/wtcbdossiers/2012-02.06/. Het is dus noodzakelijk om aan de binnenzijde een intelligent dampscherm te plaatsen.
₋ Structuur moet voldoende droog zijn wanneer isolatie geplaatst wordt (dampscherm verhindert uitdrogen langs binnenkant)
₋ Het is ook sterk aan te raden om nadien met infraroodthermografie te controleren of alle holten opgevuld zijn
₋ Bij productietekeningen kan reeds een eerste nazicht gedaan worden om na te kijken of alle vakken toegankelijk zijn om in te blazen.
₋ Aangezien materialen van organische oorsprong zoals cellulose gevoeliger zijn voor vocht (de cellulose kan immers gaan verzakken door infiltraties en de duurzaamheid kan na verloop van tijd aangetast worden), is het bij dit soort isolatie, nog meer nog dan bij andere isolatiematerialen, van essentieel belang om ervoor te zorgen dat de isolatie niet bevochtigd kan worden. Mogelijks vocht moet ook kunnen uitdrogen.
₋ Opgelet: compact daken zijn niet geschikt in beschaduwde zones, vb. bij zonnepanelen / groendaken / grindzones. Wanneer gewerkt wordt met cellulose, is een duodak opbouw aangewezen.
Uivoeringsaspecten:
- Vochtregulerend effect op binnenklimaat vooral als isolatie vrij is of als er een dampopen afwerking (leem- of kalkpleister) gebruikt wordt, maakt het zeer geschikt voor renovaties (waarbij de buitengevels behouden blijven)
- Kalkhennep is zelfdragend, maar niet constructief dragend
- Zwaardere lasten moeten altijd aan de structuur bevestigd worden, niet aan de kalkhennep
- Kalkhennep is niet luchtdicht dus afwerking nodig: dampopen afwerking langs binnen-en buitenkant (leem- of kalkpleister) om respectievelijk vochtregulerende werking te behouden en condensatie te vermijden
- Kalkhennep mag niet permanent aan vocht blootgesteld worden: een sokkel uit een ander materiaal (zoals bij traditionele houtskelet) en een regendichte (en dampopen) buitenafwerking.
- Tip: droge werkplek creëren door eerst het dak af te werken en dan pas isolatie te plaatsen
- Kalk-hennep is gevoelig voor schimmelvorming kort na de plaatsing. Voldoende ventilatie is cruciaal, zeker de eerste maanden na de plaatsing.
Droog mengsel:
- Kan ingeblazen of gestort worden
Voor meer info over kalkhennep: